Press criticism

Lost in Venice with Prometheus

Label
Fuga Libera FUG 716

Programma
Muziek van Bach, Beethoven, Wagner, Lieszt, Nono, Holliger

Klara’s oordeel            
Jan Michiels behaalde in maart 2011 zijn doctoraat in de Kunsten met een origineel proefschrift getiteld: Teatro dell’ascolto. Het theater van het luisteren, waarmee hij verwijst naar de opera Prometeo (1978-1985) van Luigi Nono, die het een ‘tragedia dell’ascolto’ noemde. Die opera heeft de houding van Michiels ten opzichte van het luisteren naar en het spelen van muziek een bepalende richting gegeven. Nono zag Prometheus als de incarnatie van de angst voor het onbekende en van de zoekende mens. Vinden kan de mens pas als hij uitdagingen durft aan te gaan. Michiels trekt dit idee door naar de luisteraar: als die nieuwe complexe vormen van muziek wil ontmoeten, zal hij zijn angst voor het nieuwe moeten overwinnen. Bij de verdediging van het doctoraat hoorden recitals met een avontuurlijk programma rond de mythe van Prometheus, met muziek van Bach over Liszt en Wagner tot Luigi Nono en Heinz Holliger.

De 3cd-box die hij nu uitbrengt is een variante van dat muzikaal verhaal, onder de titel “Lost in Venice with Prometheus”. Een stevig concept-album dus waarbij je best eerst het uitvoerige essay leest dat Michiels toevoegde over muziek en Prometheus. Dat is de meest flexibele klassieke mythe, op vele manieren te interpreteren. Van de oppergod Zeus stal hij het vuur: metafoor voor verboden kennis, politieke macht, artistieke inspiratie, enz … Keuze te over. Prometheus betekent ‘de vooruit-denkende’ en, schrijft Michiels: “ hij belichaamt onze conditio humana met al haar potentieel voor briljante verwezenlijkingen én vreselijk lijden”. Van Aischylos is de tragedie “Prometheus geketend” integraal overgeleverd, de rest van de trilogie kennen we enkel als titel: “Prometheus de Vuurbrenger” en “Prometheus Bevrijd”.

Rode draad in dit muzikaal drieluik is de balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus dat Ludwig van Beethoven schreef voor piano en dansers in 1801 (later pas kwam de orkestversie). Volgens dit allegorisch ballet was Prometheus de held die de onwetende mensheid via wetenschap en kunst verfijning en zeden bijbracht. In de romantiek werd Prometheus verbonden met ideeën rond heldhaftig leiderschap, visionair kunstenaarschap, … Goethe, Byron, Shelley … maar ook Franz List en Richard Wagner liepen daarin voorop. Michiels kiest voor enkele Wagner-transcripties van Liszt en late pianowerken die reiken naar muzikale revoluties uit de 20e eeuw. Van Luigi Nono speelt hij het indrukwekkende “……sofferte onde serene….” dat ondermeer verwijst naar het magische mozaïek van geluiden in de lagunenstad Venetië, waar ook Wagner begraven ligt.
Tenslotte zorgt Michiels ook nog voor verbanden met Johann Sebastian Bach en Heinz Holliger, wiens Partita uit 1999 een revelatie mag heten, voor wie zelden hedendaagse muziek verkent.

“Mythes zijn de oorspronkelijke revelaties van de voorbewust psyche” scheef Carl Gustav Jung. Jan Michiels presenteert rond Prometheus een persoonlijke queeste, een gedroomde wandeling doorheen eeuwen associaties en raadsels, want “Worüber man nichts sagen kann, muss man spielen”… Een uitdagende cd-trilogie die je meevoert naar het geheime labyrinth van Venetië, waarvan je de totaliteit enkel kan ervaren als je in die stad verloren loopt… Verwarrend èn fascinerend meerzinnig is deze muzikale reis, waarbij je onwillekeurig ook leert na te denken over wat Luisteren eigenlijk is …

Karel Nijs

 

 

C’est un coffret labyrinthique que nous offre le pianiste belge Jan Michiels. On est habitué avec ce pianiste à aborder toutes sortes de répertoire mais avec ce coffret innovant tant dans le choix du programme que dans le contenu du livret, on entre de plein pied dans un monde onirique bercé par Bach, Beethoven, Liszt, Wagner, Holliger et de Nono. Avant toute chose, il convient de bien lire le livret qui explique ce voyage musical et philosophique. Perdu dans Venise avec Prométhée, c’est l’argument central pour réunir des oeuvres qu’on n’aurait peut-être jamais vues côte à côte dans un disque. Un concept actuel. Saluons donc cette initiative qui nous permet d’entendre des oeuvres rarement enregistrées ou jouées en concert. Le premier CD offre la magnifique transcription par Zoltan Kocsis du Prélude de Tristan et Isolde de Wagner, joué admirablement bien par Michiels. Quelle tension ! Quelle poésie ! Soulignons au passage la très bonne qualité d’enregistrement qui ne trahit pas le jeu du pianiste et lui donne la chance d’aller loin dans les couleurs et nuances. Nous découvrons au passage la belle version pour piano de son unique ballet : Les Créatures de Prométhée (oeuvre qui tomba rapidement dans l’oubli après le succès de sa création). Le jeu de Michiels est clair, l’attaque est incisive et énergique et il montre à quel point le piano peut se faire concurrent de l’orchestre. L’oeuvre semble techniquement ardue mais Michiels a dépassé ces difficultés et nous donne une version de référence. Le deuxième CD s’ouvre sur une oeuvre du compositeur italien mort il y a un peu plus de vingt ans, Luigi Nono : ….sofferte onde serene… Oeuvre impressionnante pour les effets qu’elle offre à l’instrument. On peine à croire qu’il n’y a qu’un piano et qu’il n’y a pas eu de retouches tant les sons étonnent par leur originalité. Ambiance sombre et angoissante parfaitement rendue par Jan Michiels. Encore une réussite pour la suite du ballet de Beethoven et une plus grande réussite pour la transcription de Liszt de Tristan et Isolde de Wagner, très lyrique et emportée. Il n’est pas aisé de rendre au piano les oeuvres de Wagner et pourtant, ici, on pourrait croire que ce fut écrit pour l’instrment. Dans le troisième CD, deux des plus mélancoliques Sinfonias de Bach ajoutent à l’atmosphère grisâtre et sombre de ce coffret. Le compositeur contemporain Holliger est à l’honneur avec sa grand Partita composée en 1999. Oeuvre complexe mais riche d’inventions et bien jouée par Michiels. La Fugue est particulièrement réussie ainsi que le Petit « Csardas obstiné », hommage évident à Liszt qui composa plusieurs Csardas (danses hongroises) ; les Csardas contenues dans ce disque sont jouées comme elles doivent l’être : dansantes, grimaçantes et insistantes. Retour à Bach avec deux Préludes et Fugues du Clavier bien tempéré joués en faisant jouer les résonances du piano (notamment le n° 11 en fa majeur) ce qui donne une version très originale et intéressante. Ce voyage dans les brumes vénitiennes se conclut avec la Lugubre Gondole II de Liszt qui nous rappelle à  quel point Liszt fut innovant dans ces dernières années et sentait venir la musique du vingtième siècle. Un coffret à se procurer pour découvrir ces oeuvres et le talent de Jan Michiels.

François Mardirossian 

Have any questions?

Send Email

Or call us   +32 477 29 26 18